Portugal

Niet voor het eerst heeft Portugal een uiterst moeizame kwalificatie achter de rug. Pas via de play-offs wist het land uiteindelijk Qatar te bereiken. Op grote toernooien komt het land vaak goed voor de dag, maar tot een hoofdprijs kwam het lange tijd niet. Tot de zomer van 2016, toen Portugal in Frankrijk het gastland in de finale versloeg en het EK op deze manier wist te winnen. Tot een wereldtitel, of zelfs een finaleplek, kwam het echter nog nooit.

De kwalificatie van Portugal

In haar kwalificatiepoule wist Portugal zich niet te ontdoen van Servië. De uitwedstrijd eindigde door het falen van de Nederlandse arbitrage, dat een loepzuivere Portugese goal over het hoofd zag, in een gelijkspel. Thuis kreeg Portugal een herkansing, maar na een vroege voorsprong wisten de Serven een overwinning uit het vuur te slepen. In de play-offs moest Portugal vervolgens afrekenen met Turkije (3-1) en Noord-Macedonië (2-0). De Macedoniërs hadden juist daarvoor viervoudig wereldkampioen Italië uitgeschakeld, maar Portugal was een brug te ver. Bruno Fernandes schoot zijn land met twee treffers naar Qatar. Voor het overige moesten de goals uiteraard weer van Ronaldo komen; hij was zes maal trefzeker in de kwalificatiereeks. Diogo Jota deed met vier treffers ook een stevige duit in het zakje.

De selectie

Wat moet je nog zeggen over Cristiano Ronaldo? De beste voetballer van de 21e eeuw is met 189 interlands recordinternational en met 117 interlandgoals zelfs topscorer aller tijden ter wereld. De jaren beginnen weliswaar te tellen bij de 37-jarige aanvoerder van Portugal, maar toch zal zijn naam altijd als eerste op het wedstrijdformulier staan.

Naast hem op het veld zal hij genoeg talent en ervaring zien. Wie de Portugese selectie van bondscoach Fernando Santos eens doorneemt, komt namelijk nogal wat kwaliteit tegen. Wat te denken van Bernardo Silva, Ruben Diaz, Bruno Fernandes, Diogo Jota, William, Danilo, João Félix, Gonçalo Guedes, João Cancelo, José Fonte, João Moutinho en Rafael Leão? Dan hebben we ook nog keeper Rui Patrício én de even beruchte als ervaren Pepe. Schaduwfavoriet, dat is wel het minst dat je over de huidige nummer 9 van de FIFA-ranking kunt zeggen.

De historie

Nog nooit haalde Portugal de WK-finale. In 1966 waren ze er het dichtst bij; het debuterende Portugal onder leiding van superster Eusébio verloor toen pas in de halve finale van gastland en latere Wereldkampioen Engeland.

Een tweede deelname volgde pas in 1986, maar een succes werd het niet. De Portugezen werden in een poule met Polen, Engeland en Marokko laatste en moesten met het schaamrood op de kaken weer terug naar huis.

Tegen Nederland kan Portugal een buitengewoon goede balans overleggen. Van de veertien ontmoetingen wist het er liefst acht te winnen. Oranje daarentegen won maar twee potjes. Op het WK kwamen de twee landen elkaar alleen in 2006 tegen. In een wedstrijd die de boeken in is gegaan als de Slag van Neurenberg trok scheidsrechter Ivanov liefst 16 keer geel en 4 keer rood, nog altijd een discutabel record. Portugal won de uit de klauwen gelopen schoppartij uiteindelijk met 1-0.

De helden van Portugal

Eusébio was de eerste echte superster van het Portugese voetbal. Hij won met zijn club Benfica de Europacup I en werd daarmee bovendien elf keer kampioen van Portugal. Dit alles leverde hem in 1965 de Gouden Bal op voor beste speler van Europa. In het nationale elftal kwam zijn finest hour vervolgens in 1966: Eusébio kroonde zich tot topscorer van het toernooi en loodste Portugal naar de halve finales en uiteindelijk een derde plek.

In de jaren ’90 kende het Portugese voetbal na magere jaren eindelijk weer een opleving. De sierlijke middenvelder Rui Costa was de eerste ster van dit team. Hij maakte met name furore in Italië, waar hij met AC Milaan de Champions League wist te winnen. Met Portugal behaalde hij in 2004 de EK-finale in eigen land, die echter verrassend verloren ging tegen de Grieken.

Zijn ploeggenoot bij Portugal in deze periode was Luis Figo. Deze steraanvaller maakte eerst het goede weer bij Barcelona, om na vijf seizoenen over te stappen naar de aartsrivaal Real Madrid. Ook hier speelde hij vijf seizoenen, en hij won er bovendien de Champions League. Hierna volgden nog eens een aantal seizoenen Inter Milaan voor de gevaarlijke buitenspeler. In totaal kwam deze zesvoudig Portugees voetballer van het jaar tot 127 interlands.

Dat is dus een schijntje van het aantal dat Cristiano Ronaldo achter zijn naam heeft staan, en deze superster is nog altijd actief. Noem een record en deze legende heeft het in handen, of het moet net toevallig de kant van zijn eeuwige rivaal Lionel Messi zijn opgevallen. Ronaldo won in elk geval vijf keer de gouden bal, vier keer een Champions League, een Europees Kampioenschap en de eerste Nations League. De 117 interlandtreffers, waarmee hij op de eeuwige mondiale topscorerslijst de legendarische Iraniër Ali Daei voorbij ging, zullen wel nooit meer geëvenaard worden.

 

Meer info over het WK: